“De Sportfokkers” luidde de naam van DPKV 40 jaar geleden. Op 8 maart 1958, tijdens de eerste vergadering, werd de Deurnesche Pluimvee- en Konijnenfokkersvereniging met deze naam opgericht. Aan deze eerste vergadering was een bijeenkomst, 17 leden kozen op zondag 23 februari 1958 een voorlopig bestuur dat bestond uit: De samenstelling van dit voorlopige bestuur was niet gelijk aan het officiële eerste bestuur van De Sportfokkers. De opening tijdens de eerste officiële vergadering werd verricht door Leo van den Heuvel. Hij las een brief voor van de heer Aarts, waarin deze aankondigde zich niet beschikbaar te stellen als voorzitter i.v.m. zijn lidmaatschap van de “Raad van Beheer en Toezicht op het gebied van pluimvee- en pelsdierteelt”. Omdat zich tijdens de eerste vergadering spontaan 12 nieuwe leden opgaven, Verder was voor de eerste vergadering de heer Boers uitgenodigd. De heer Boers, provinciaal voorzitter van de Nederlandse Konijnen Bond (NKB), gaf een uiteenzetting over de strekking en het doel van de konijnensport. De Sportfokkers sloten zich aan bij de NKB omdat men vond dat deze bond de belangen van de nieuwe vereniging het best kon behartigen. Tijdens de vergadering werd besloten het clubhuis in zaal Bekkers te houden. De eerste tatoeëercommissie (waarin o.a. P. Martens zitting had) ging bij leden thuis tatoeëren. Ook de contributie van f 0,50 per maand werd thuis opgehaald. Indien de contributie niet betaald werd moest de eerstvolgende keer dubbel worden betaald. De inzendingen op de eerste clubtentoonstelling in oktober 1958 betroffen alleen konijnen. De sector pluimvee was toen nog niet vertegenwoordigd. 75 konijnen werden ingezonden, met een inschrijfgeld van f 0,75 per dier. Tijdens de goed verzorgde tentoonstelling werd er ook een loterij gehouden, met maar liefst 78 (!) prijzen. De eerste clubkampioen werd een ram (Vlaamse Reus wit) van C. Kools. Daarnaast vielen C. van Bree (Vlaamse Reus), A. Fransen (Belgische Haas) en P. Sanders (Klein Chinchilla) in de prijzen. Op één van de ledenvergaderingen, die beurtelings op zaterdag en zondag werden gehouden, werd besloten een busreis naar Nijmegen te organiseren, naar de Bondstentoonstelling. Ook werd besloten om het nieuwe jaar (1959) goed in te zetten met een feestavond. Kortom de vereniging ging voortvarend van start. Er werd samenwerking gevonden met Venray. Leden van Venray zonden in Deurne in en Deurnese Sportfokkers waren present op de tentoonstelling in Venray. |
Begin 1960 was het erg rommelig aan het bestuursfront van De Sportfokkers. Aftredende en niet herkiesbare bestuursleden, veel leden wilden in het bestuur zitting nemen, rondvragen die erg onoverzichtelijk waren en vergaderingen die maar met de helft van de eerder aanwezige leden gesloten werden. Gelukkig werden de vergaderingen in die tijd altijd geopend en gesloten met een Christelijke groet door de voorzitter, dat was inmiddels A. van den Heuvel. De samenwerking met Venray en inmiddels ook Horst verliep matig. Wel werd besloten een gezamenlijke combinatietentoonstelling te houden. Hierover werd in het jaarverslag opgenomen: “al met al viel het daar niet zo mee”. Ook was het in die tijd gebruikelijk een collecte te houden tijdens een ledenvergadering. De opbrengst aangevuld met een bedrag uit de verenigingskas was bestemd voor een ereprijs van de Bondstentoonstelling. Om propaganda te maken voor de jeugd werd besloten de tentoonstelling 3 dagen te laten duren om “de jeugd der school de tentoonstelling te laten bezichtigen”. Ook werd er geen entreegeld gevraagd. Een speciale vergadering werd aan de jeugd gewijd. Tijdens dezelfde vergadering bedankte Leo van den Heuvel als lid van de vereniging, nadat hij niet in het bestuur was gekozen. Hij richtte een nieuwe vereniging met de naam “Nieuw Leven” op. Deze vereniging sloot zich met 4 leden aan bij de “Raad van Beheer en Toezicht op het gebied van pluimvee- en pelsdierteelt” en dus niet bij de NKB. De tatoeëercommissie veranderde regelmatig van samenstelling en dus doken in die tijd tijdens vergaderingen allerlei vragen op over het tatoeëren: |
Op 7 januari 1962 werd een vergadering belegd over het “naar elkaar toetreden der beide Deurnese kleindierverenigingen”. Dit was een jaar na de oprichting van de vereniging Nieuw Leven. De vereniging Nieuw Leven had er niets op tegen om zich aan te sluiten bij de NKB en wilde ook zaal Bekkers wel als clubhuis. Wel stond Nieuw Leven er op dat een gezamenlijke vereniging de naam “De Verenigde Sportfokkers” zou krijgen. J. van Helmond (lid van De Sportfokkers) vroeg de leden hun goede wil te tonen en al wat er geweest was als afgedaan te beschouwen en opnieuw te beginnen. En zo geschiedde op 20 januari 1962 in zaal Brabant (van de Kerkhof) in het bijzijn van bijna alle leden van beide verenigingen. A. van den Heuvel, voorzitter van De Sportfokkers, had eerder al aangekondigd te willen stoppen met het voorzitterschap, i.v.m. zijn werk. Wat hem betrof kon de voorzitter van Nieuw Leven aanblijven als voorzitter van de nieuwe vereniging. De vergadering ging hiermee niet accoord en wilde opgave en stemming voor een voorzitter. Leo van den Heuvel werd met 70% van de stemmen gekozen tot voorzitter met een zittingstermijn van 1 jaar. L. v.d. Heuvel dankte A. v.d. Heuvel voor zijn sportieve woorden gericht aan alle leden, die het samengaan van beide verenigingen nog niet zo zagen zitten, om zich toch aan te sluiten bij De Verenigde Sportfokkers. Dat jaar meldden zich nog 8 nieuwe leden aan, waarmee het totaal op 42 kwam. De presentielijst tijdens vergaderingen deed zijn intrede en wel om het vergaderingsbezoek te stimuleren. Op de clubtentoonstelling zou nl. een extra prijs beschikbaar worden gesteld voor diegenen die trouw de vergaderingen bezochten (minimaal 9x per jaar). In 1963 werd 10 cent betaald voor het tatoeëren van dieren zonder hoefijzer en 20 cent voor dieren met een hoefijzer. In de twintiger jaren had Deurne een pluimveehoudersvereniging onder de naam “Het Nuthoen”. In het eerste lustrumjaar kreeg onze vereniging de Provinciale Jongedierendag toegewezen en was daar erg trots op. Een ere-comité werd opgericht waarin o.a. de burgemeester, de pastoor en de directeuren van de zuivelfabriek en de boerenbond zitting hadden. De Helmondse Courant en het St. Jorisgilde stelden bekers beschikbaar voor deze tentoonstelling, terwijl veel leden advertentie-ruimte verkochten in het vraagprogramma. Bijna alle leden zetten hun schouders onder deze jongedierendag. Naast mensen die kooien haalden en opbouwden, waren er aandragers en een viertal bewakers nodig om ‘s nachts de dieren te bewaken. De tentoonstelling werd in Deurne aangekondigd door de drumband, met een mars door het dorp. De drumband bracht de jubilerende vereniging tot slot een aubade. De organisatie van de tentoonstelling (in de grote hal van de Boerenbond Deurne) kostte veel energie maar verliep prima. De provinciaal secretaris van de NKB noemde de opzet van deze tentoonstelling in deze hoek van Brabant verrassend en veelbelovend. Ook richtte hij zich tot de aanwezige Deurnese wethouder om bij het oprichten van dierenverblijven de nodige welwillendheid te bepleiten. Hij klaagde erover dat verschillende woningbouwverenigingen en gemeentebesturen in het huurcontract de bepaling opnamen dat de bewoners van een huurhuis geen konijnen of kippen mochten houden. 700 dieren werden er ingezonden en de pers deed ruim verslag van deze tentoonstelling. |
In 1965 stond voor de laatste keer de combinatietentoonstelling met Horst en Venray op het programma. Op de clubtentoonstelling van De Verenigde Sportfokkers werd voor het eerst pluimvee (14 stuks) ingezonden. De Provinciale Jongedierendag werd in 1966 wederom in Deurne georganiseerd. Naast 13 keurmeesters voor de konijnen, werd 1 pluimvee-keurmeester vastgelegd. 20 schrijvers werden gevonden bij de hoogste klassen van de fraterschool. De opbrengst van deze tentoonstelling was voor het tehuis voor gehandicapten kinderen “De Vliert” in Vlierden. De oudervereniging voor het “Zorgenkind” werkten samen met De Verenigde Sportfokkers aan deze grootse tentoonstelling. Wederom vond de tentoonstelling plaats in de Boerenbondhallen aan de Vlierdenseweg. De opbrengst van de tentoonstelling (ƒ 2.200,-) werd in een envelop om de nek van een konijn aangeboden aan het “Zorgenkind”. Tijdens de show, met meer dan 1000 dieren, had de ondraaglijke hitte het leven gekost aan een twintigtal dieren. Een ramp leek onafwendbaar, tot het moment dat de brandweer ingreep. Desondanks werd teruggezien op een bijzonder geslaagde tentoonstelling. Voorzitter L. van den Heuvel stak “zijn” leden dan ook een pluim op de hoed. In 1967 was er een bestuurscrisis. Het voltallige bestuur trad af omdat men continu in de clinch lag met elkaar. Een nieuw bestuur werd gekozen. L. van den Heuvel bleef voorzitter en vertrouwde erop met het nieuwe bestuur tot een goed beleid te komen en De Verenigde Sportfokkers tot bloei te brengen. Het aantal leden met pluimvee was in opkomst in die tijd. Pluimvee-ringen konden bij Piet Martens worden besteld. Tijdens de tafelkeuring werden voor het eerst complete nesten met jongen naar voren gebracht samen met het ouderdier. Er werd een speciale “nestprijs” beschikbaar gesteld. De clubshow werd in 1967 gehouden in de blokhut op het Haageind. Voor het vervoer naar Provinciale en Nationale tentoonstellingen werd altijd wel iemand bereid gevonden een busje te regelen tegen een geringe vergoeding. Alle leden zorgden voor een degelijke verzendkist in de clubkleur geel en met de zwarte letters “DP” er op. |
In eerste instantie was het de bedoeling het 10-jarig bestaan van de vereniging op te luisteren met een Provinciale Jongedierendag. Omdat Deurne geen toestemming kreeg werd het verzoek een jaar opgeschoven. Op de clubshow in 1968 verschenen voor het eerst sierduiven. De ledenaanwas was groot dit jaar. Ook nieuwe jeugdleden traden toe tot de vereniging. Zeker 20 nieuwe leden werden geballanteerd. Het toenmalige bestuur wilde het ballanteren afschaffen, maar dit werd door de leden afgewezen. De contributie-ophaler verzocht de contributie niet maandelijks maar per kwartaal te voldoen, hetgeen hem (M. v.d. Broek) veel tijd zou besparen. Besloten werd dit te doen voor de leden die ver weg woonden, mits men het er mee eens was. Deurne mocht in 1969 een Provinciale - Nationale Jongedierendag organiseren. Dit jaar zou de opbrengst niet ten goede komen aan een goed doel, maar zou geheel ten bate van de vereniging komen. De animo bij de 60 leden van De Verenigde Sportfokkers om te helpen was groot. De inzenders stelden de leden niet teleur. Er werden 1000 dieren ingeschreven en de Boerenbondhallen zaten weer goed vol. 12 keurmeesters hadden hun handen vol aan konijnen, pluimvee en sierduiven. 2 keurmeesters gaven op zondag in de tentoonstellingshal een voorlichting voor fokkers. De voorlichting ging over het fokken en verzorgen van de dieren. De belangstelling was groot en de organisatie geweldig. Ongeveer ƒ 1.000,- werd overgehouden aan deze show. Mede dankzij loterijen en toep-concoursen van de afgelopen jaren zat de vereniging goed bij kas. Zo goed dat de penningmeester voorstelde zelf tentoonstellingskooien te kopen. Dit zou de club jaarlijks honderden guldens huur en transportkosten besparen. Het voorstel belandde in de ijskast. De secretaris ontving in die tijd ƒ 50,- onkostenvergoeding per jaar. Konijnenfokkers die inzonden bij NKB-tentoonstellingen, maar lid waren van de “Raad van Beheer en Toezicht op het gebied van pluimvee- en pelsdierteelt”, moesten in het bezit zijn van een NKB- of NPB-nummer (Nederlandse Pluimvee Bond). De samenwerking tussen NKB en de Raad van Beheer was verder weg dan ooit. Vanaf 1969 werden leden van De Verenigde Sportfokkers die een groot succes behaald hadden op een kampioenstentoonstelling door de vereniging in het zonnetje gezet, onder het motto: “Ere wie ere toekomt”. Konijnen mochten in die tijd niet langer met hoefijzer gemerkt worden. Polen werden nog steeds geringd. Begin 1971 heerste de vogelpest. Pluimvee werd dan ook geweerd op alle tentoonstellingen. De Verenigde Sportfokkers organiseerde wederom de Provinciale - Nationale Jongedierendag. 500 konijnen, cavia’s en sierduiven werden ingezonden. De voorzitter van de NKB afdeling Brabant deed in z’n openingstoespraak een dringend beroep op alle pluimveefokkers om toch vooral de richtlijnen van het ministerie op te volgen, waar het ging om de bestrijding van de vogelpest. Het zou anders nog jaren kunnen duren voordat het einde van de pest in zicht kwam, waarschuwde hij. In het midden van de jaren ’70 werd het jaarabonnement van Fokkersbelangen verhoogd van ƒ 16,- naar ƒ 17,50. Er waren misverstanden over de betaling van entstof voor pluimvee. Betaalt de fokker of de vereniging? De vergadering besloot dat het niet eerlijk is de konijnenfokkers zelf de entingen voor myxamatose te laten betalen en voor de pluimveefokkers een beroep te doen op de verenigingskas. Dit was al gebeurd toen de vogelpest heerste. De vereniging nam voor zowel pluimvee als konijnen de kosten van entingen voor haar rekening. |
In 1975 kwam het bestuur met spoed bijeen omdat er slechts 500 dieren waren ingeschreven voor de Provinciale Jongedierendag, terwijl gerekend was op 1000. Helaas moesten vele keurmeesters worden afgemeld. De tentoonstelling verliep verder prima, mede dankzij de inzet van de vrouw van de voorzitter Sjaan van den Heuvel. Het tatoeëren bij de fokker thuis ging vaak niet goed. Besloten werd eerst een bericht te sturen wanneer de tatoeëerder op bezoek zou komen. De tatoeëerders kregen stofjassen van de club. In die tijd benoemde De Verenigde Sportfokkers ook een propagandist (A. Kuunders). Hij zorgde voor verslagen van de clubtentoonstellingen en stuurde deze naar de media met het verzoek tot plaatsing. Ook successen van leden op andere tentoonstellingen werden beschreven en ingezonden. Mede door de propaganda ging het uitstekend met het ophalen van advertenties voor de catalogus. Ruim ƒ 1.500,- werd er in die tijd per jaar opgehaald. In 1975 ontstonden er problemen met de ruimte in clubhuis zaal Bekkers. Het aantal ingeschreven dieren voor de clubshow was eigenlijk te groot voor de zaal. Ook werd het zaal Bekkers kwalijk genomen tijdens de feestavond de consumptieprijs met ƒ 0,05 verhoogd te hebben. Stemmen gingen op om te vertrekken en de show voortaan in gemeenschapshuis de Vierspan te verzorgen. Dat gebeurde in 1976. Van het begeleiden van de jeugdleden kwam in die tijd niet veel terecht en dat terwijl binnen de vereniging leden geslaagd waren voor een cursus “jeugdbegeleiding”. Voor een betere spreiding van tentoonstellingen en een goede planning van kring- en provinciale tentoonstellingen hadden De Verenigde Sportfokkers het initiatief genomen verenigingen uit Zuidoost-Brabant voor een vergadering uit te nodigen. Daar kwam echter niet het beoogde resultaat uit. Ook een ander initiatief haalde het in 1976 niet. Het voorstel om een clubblad op te richten werd verworpen. Elke jaar weer werd er volop gediscussieerd over het gezamenlijk transport van dieren naar de tentoonstellingen: Ondanks het jaarlijkse gekibbel werd er altijd weer een oplossing gevonden. De Deurnese leden kwamen op vele plaatsen in Nederland, met zeer goede dieren. Prijzen werden onder anderen weggesleept in Born, Waalwijk, Eindhoven, Utrecht, ‘s Hertogenbosch en Oosterhout. De verschillende keurmeesters prezen de enorme kwaliteit van de Deurnese dieren, zowel pluimvee als konijnen. Bekers en andere prijzen werden in de prijzenkast in de Vierspan gezet. Naar 10 tentoonstellingen werden 650 dieren vervoerd en werd er 2200 km afgelegd. In 1977 organiseerde De Verenigde Sportfokkers voor het eerst een landelijke kleindiershow. De show werd gehouden in het gemeenschapshuis de Vierspan. De Vierspan werd voor die gelegenheid uitgebreid met een tweetal tenten. 14 keurmeesters werden uitgenodigd om de ruim 1300 ingezonden dieren, uit alle delen van het land, te keuren. Het aantal inzenders per dierengroep was als volgt verdeeld: Heel even leken er problemen te ontstaan toen de 2 tenten achter de Vierspan nogal wat hinder ondervonden van het stormachtige weer. Maar het euvel werd opgelost. Ook werd tijdens deze show een grote loterij opgezet met ruim 3000 verkochte loten. De Verenigde Sportfokkers konden terugzien op een zeer geslaagd evenement. Met name Jacques Rooijackers werd geroemd als tentoonstellingssecretaris. Het vele werk door hem verzet werd met een geweldig applaus beloond. “Er waren dagen geweest dat de post het aantal inschrijfformulieren niet door de brievenbus kreeg”, zo liet Jacques ons weten. Ook de vrouwen van de leden werden nadrukkelijk bedankt voor hun vele werk. Ze sprongen op allerlei plekken bij indien nodig. Ook werd de show een kassucces. De verkochte advertentieruimte in de catalogus leverde bijvoorbeeld al ƒ 2.250,- op. |
De Deurnese Pluimvee en Konijnen Vereniging “De Verenigde Sportfokkers” vierden in 1978 hun 20-jarig bestaan. Twee leden van de vereniging zouden onafgebroken lid zijn van De Verenigde Sportfokkers of diens voorgangers. Alhoewel over het onafgebroken lidmaatschap van voorzitter Leo van den Heuvel twijfel rees op een vergadering. De notulen uit voorgaande jaren bleken toen niet voorhanden te zijn om het bewijs te leveren en stemming leverde “het bewijs” dat L. v.d. Heuvel vanaf de oprichting lid was. Over het lidmaatschap van Piet Martens bestond geen twijfel: hij was er continu bij geweest. Tijdens de feestavond werden L. v.d. Heuvel en P. Martens in het zonnetje gezet. Met name mevrouw M. Verhees en J. Rooijackers, verkleed als pastoor Roefs, speelden een blijvende herinnering. Voorzitter L. v.d. Heuvel speelde daarna samen met het orkest ook nog een aantal nummers op z’n accordeon. Ook de pers gaf aandacht aan dit jubileum. Burgemeester Van Genabeek opende de clubshow dat jaar. Zowel de burgemeester als de vice voorzitter betreurde het dat voorzitter L. v.d. Heuvel wegens ziekte niet aanwezig kon zijn. Groot was dan ook de verbazing en vreugde van de leden toen de voorzitter alsnog een bezoekje bracht aan de tentoonstelling van “zijn” club. Deze onverwachte visite was mogelijk gemaakt door de artsen van het Deurnese Willibrordus Ziekenhuis, die de heer Van den Heuvel enkele uurtjes vrijaf hadden gegeven. Nog steeds hadden de konijnen de overhand op de clubtentoonstellingen. In 1978 bestond de inzending uit 180 konijnen, 100 hoenders, 30 sier- en watervogels en 25 duiven. Vanaf die tijd sloop de afkorting DPKV steeds vaker als naam van de vereniging naar voren. De naam “De Verenigde Sportfokkers” werd steeds minder genoemd. Martin Linskens deed in die tijd van zich spreken door met een Brahma-hen het resultaat “U” te behalen op de “Oneto”-tentoonstelling. In 1979 trad P. Martens tussentijds af. In verband met de wisseling van de wacht, werd vergeten een clubtentoonstelling aan te vragen bij de Federatie Kleindierteelt. Voor het eerst in haar geschiedenis had DPKV geen clubtentoonstelling. In plaats daarvan verzorgde keurmeester Roobol een openbare dia-avond over het verschil tussen de rasdieren en hun soortgenoten in het wild. De avond met het motto “Beestjes kijken” werd een groot succes. Tijdens de eerste vergadering in 1980 kondigde Leo van den Heuvel aan, op doktersadvies, te stoppen met zijn bestuursfunctie als voorzitter van DPKV. Tijdens de jaarvergadering in 1980 werd hij benoemd tot ere-voorzitter. 22 jaar lang en bijna dag en nacht had deze bescheiden man met zijn vrouw klaargestaan voor de vereniging. Niets was hen te veel. Volgens P. Sanders, die samen met Leo aan de wieg van de vereniging had gestaan, had Leo heel wat klompen versleten voor de vereniging. Niet alleen het ere-voorzitterschap viel hem ten deel, ook werd de “Leo-van-den-Heuvel-wisseltrofee” door DPKV aangekondigd. De naam van de scheidende voorzitter zou hierdoor onverbrekelijk verbonden blijven met de vereniging. Alle regionale kranten namen een artikel op over de scheidende voorzitter. Eén van de journalisten schreef: “Leo van den Heuvel is een van de mensen die onopgemerkt door onze straten gaan. Wij missen ze pas als zij hun post moeten verlaten. Groot is de dank van de achterblijvers”. Tijdens de jaarvergadering werd Harry van Hagen gekozen tot nieuwe voorzitter van DPKV. Harry van Hagen schafte de Christelijke groet bij de opening en sluiting van een vergadering af. Het op deze wijze openen en sluiten van een vergadering vond hij niet langer gepast. Besloten werd ook dat de notulen voortaan werden voorgelezen op de volgende vergadering. De clubshow in 1980 leverde de eerste winnaar van de wisseltrofee op: Toon Kuunders met een Tan-zwart ontving de beker uit handen van Van den Heuvel zelf. Burgemeester Van Genabeek reikte tijdens de opening van deze show aan Leo van den Heuvel de zilveren ere-penning van de gemeente Deurne uit als bevestiging en waardering voor het vele werk dat Leo met z’n vrouw Sjaan voor DPKV had verzet. Aan het eind van 1981 telde DPKV 64 leden en zat de club zeer ruim bij kas. De vereniging was gezond. Ongezond was het gekibbel over: vervoer van dieren naar tentoonstellingen en de vergoeding voor de chauffeur. Het al dan niet voldoen van bestuursleden in hun functie vergaderingen die soms matig worden bezocht en wat daar aan te doen. Ondanks wat onvrede behaalden Deurnese fokkers op de Europashow in Amsterdam 9x het resultaat “F”. Wederom een bewijs van de top-kwaliteit van dieren en fokkers welke Deurne rijk was. |
Na 2 jaar de voorzittershamer gehanteerd te hebben overleed plotseling Harry van Hagen. Niet alleen als voorzitter maar ook als vriend stond hij de leden van DPKV altijd bij. Henk Opdam nam de voorzittershamer in 1982 over. In 1982 werd reeds een feestcommissie gevormd om in 1983 het 25-jarig bestaan van de vereniging goed te kunnen vieren. De ere-voorzitter nam zitting in deze commissie. Suggesties kwamen binnen, de aftrap was gemaakt. Maar eerst was daar het tentoonstellingsseizoen. Jo Burgers behaalde tijdens de Intershow in ‘s Hertogenbosch het predikaat “U” met zijn Pool Roodoog. Jo kon het nauwelijks geloven. Natuurlijk wist hij van het prima pelsje en de dikke ronde kop, maar een “U” was aan een konijn van DPKV nooit eerder toegekend. Iedereen was trots en blij voor Jo, de penningmeester van de vereniging. Ook de clubshow werd in dat jaar een groot succes met 333 dieren. Tijdens deze show werd twee maal het predikaat “U” toegekend. Eric Burgers evenaarde, met z’n dwerghoen Maleier tarwe, de prestatie van zijn vader. Ook de Maangans van Th. Derks kreeg een “U”. DPKV was in alle diergroepen fantastisch vertegenwoordigd. In 1983 was het dan zover: DPKV bestond 25 jaar! De feestavond in het voorjaar verliep zeer geslaagd. In het najaar werd een receptie gehouden tijdens de clubshow. Veel kleindierverenigingen uit de omgeving, landelijke organisaties, ja zelfs Sinterklaas, kwamen DPKV feliciteren. Ze waren vaak vergezeld van gulle gaven. De jubileumshow gaf de volgende kampioenen: Wederom veel kwaliteit aan ingezonden dieren. Over publiciteit in alle regionale kranten geen gebrek. Een blad wist te melden: “De reden dat men een kleindiersport-vereniging opricht of er lid van wordt, is te proberen het gekozen ras door kruising en selectie verder te vervolmaken en zo dicht mogelijk het standaard-ideaal te benaderen. Maar ook om oude rassen tegen uitsterven te behoeden. Voordeel van het beoefenen van de kleindiersport is dat men het thuis kan doen en het hele gezin er van meegeniet”. Niet alleen genieten onze gezinsleden ervan, ze zijn ook bereid hun handen uit de mouwen te steken tijdens de clubshow of andere activiteiten. DPKV is hen hiervoor altijd zeer erkentelijk geweest en wil hen daarom in het jubileumboek op deze wijze nogmaals hartelijk bedanken! DPKV stuurde in 1984 een brief naar kleindiersportvereniging Liessel in oprichting en naar alle bonden en provinciale afdelingen Noord-Brabant in verband met het verzoek tot oprichting van kleindiersportvereniging Liessel. Versplintering (reeds 4 verenigingen in een straal van 10 km rondom Liessel) en nog een grotere druk op de tentoonstellingsagenda, zijn volgens DPKV niet in het belang van de kleindiersport. Vanaf 1984 werd de contributie niet meer persoonlijk opgehaald bij de leden. Ze konden tijdens de jaarvergadering of per bank hun contributie voldoen. DPKV was, ondanks de economische malaise en superheffingen, een rijke vereniging met een ruim banksaldo. In 1985 werd het huishoudelijk reglement zodanig aangepast dat nieuwe leden een goede wegwijzer ontvangen bij aanmelding. In dat jaar won H. Martens de L. v.d. Heuvel wisseltrofee met een gele Goudfazant. Dit dier kreeg het predikaat “U” op de clubshow. In 1986 werd het huidige logo van DPKV ontwikkeld en voorbedrukt op briefpapier. Vanaf dat jaar ontvangen alle bestuursleden de notulen van elke vergadering, zodat ze goed geïnformeerd zijn. DPKV besloot om fazantenkooien aan te schaffen. Tijdens de clubshow waren deze kooien reeds te bewonderen evenals 330 dieren met rasnaambordjes op de kooien. Er werd een leverancier gevonden die gratis hooi, stro en houtkrullen leverde en vanaf dit jaar werden de beoordelingskaarten aan een draad boven de kooien bevestigd. Een fantastische show werd de Provinciale Kampioenshow met een gewestelijke sierduivenshow welke DPKV in februari 1987 organiseerde. 500 dieren werden ingezonden. De gehele vereniging veerde mee om de tentoonstelling te laten slagen. De tentoonstellingssecretaris (W. Crommentuyn) werd gecomplimenteerd met de perfecte organisatie van deze show. Hijzelf was lyrisch over de medewerking van de DPKV-leden. “Nooit eerder is er zo snel en goed een tentoonstelling opgebouwd en opgeruimd in Deurne en dat met zo’n grote show”. Tijdens de officiële opening, door de voorzitter van de NKB, de heer Blijleven, werd vol lof over deze show gesproken. Een prima ruimte, veel goede dieren, een uitstekende verzorging, dat bood DPKV. Voor iedere inzender was er een verenigingsembleem, gemaakt door B. van Dam, in de vorm van een medaille en dat werd door iedereen zeer gewaardeerd. Een kampioenshow die DPKV niet snel vergeet, met een financieel gezond resultaat en tevreden inzenders, bezoekers, keurmeesters, leden en uitbater van de Vierspan. |
De NKB had in 1987 nog geen beslissing genomen inzake de toekenning van het lidmaatschap van Liessel. De NKB wilde DPKV hierover laten beslissen. Het bestuur schoof deze vreemde gang van zaken terug naar de NKB, die uiteindelijk besloot om geen nummer aan Liessel toe te kennen. In 1988 moet Willy Crommentuyn z’n rol als secretaris afzeggen in verband met zijn zakelijke beslommeringen. Bert van Dam nam de functie van secretaris op zich. Vanaf dat moment ontvingen alle leden voortaan een schriftelijke uitnodiging voor een ledenvergadering. De tatoeëerder leverde na afloop van een kalenderjaar een keurig jaarverslag bij het bestuur in. In 1988 werd het verslag over 1987 omlijst met zorgelijke noten. In 1987 waren er bij DPKV slechts 390 konijnen getatoeëerd. Dit waren er 150 minder dan in 1986. Naast de jaarlijks terugkerende tafelkeuring en clubshow was DPKV ook actief op braderieën en dorpsmanifestaties, waar leden en hun dieren de kleindiersport promoten. Ook voorlichtingsavonden stonden er jaarlijks op het programma. Een bewijs dat DPKV de zaken voortvarend en serieus aanpakte. Het 30-jarig bestaan werd met een gezellig feest gevierd en op de clubshow behaalde Toon Swinkels met Welsumer kriel-haan het predikaat “Uitmuntend”! In 1989 deelde voorzitter H. Opdam mee dat hij in het voorjaar van 1990 niet meer herkiesbaar zou zijn. Hij hield het na 8 jaren als voorzitter voor gezien. In 1989 was er op de DPKV-tentoonstelling een bijzonder grote inzending van watervogels: 49 in totaal! De tentoonstelling werd verder aangekleed met een glazen broedmachine met uitkomende kuikens, een bak met cavia's en konijnen waarmee de kinderen mochten spelen en er was een kleurwedstrijd georganiseerd. 67 leden had DPKV in 1990. Het grootste aantal in haar geschiedenis. Ere-voorzitter Leo van den Heuvel overleed dat jaar op 70-jarige leeftijd en 3 maanden na het overlijden van zijn vrouw en DPKV-lid Sjaan. DPKV treurde. Alle jaren van het bestaan van DPKV (32) was Leo er bij geweest, de laatste jaren in een rolstoel onder begeleiding van zijn vrouw. Vanaf dat moment had DPKV geen ere-voorzitter meer, maar met de wisseltrofee waaraan zijn naam verbonden was, blijft hij in de herinnering van DPKV bestaan. Martin Linskens werd in maart 1990 voorzitter van DPKV. De clubshow leverde opnieuw een record aantal dieren op van 442, met een enorme kwaliteit: maar liefst 73 dieren kregen het predikaat “Fraai” en 144 dieren “Zeer Goed”. Het aantal inzendingen van hoenders nam gestaag toe. Ook het aantal bezoekers (met kinderen) was met name op zondag erg groot. Op de landelijke shows scoorde DPKV erg goed. Bijna wekelijks werd de pers gehaald. Ook de ledenvergaderingen werden uitstekend bezocht: gemiddeld 30 leden! Kortom: het ging uitstekend met DPKV. Vanaf het voorjaar van 1991 werd er niet meer aan huis getatoeëerd. De tatoeëerders houden vanaf die tijd 1x per maand “spreekuur” in de Vierspan. J. Rooijackers, P. Sanders en C. Veldhuijzen werden dit jaar gehuldigd omdat ze 25 jaar lid zijn van de vereniging. In 1991 behaalde Th. Derks wederom het predikaat “U” met een Brandgans tijdens de clubtentoonstelling. Fokkers reisden gezamenlijk naar tentoonstellingen en tijdens vakanties werden elkaars dieren verzorgd. De steun en gezelligheid van elkaars aanwezigheid was typerend voor de vereniging. In 1992 zag de clubshow er anders uit. Alleen 111 konijnen en andere knaagdieren waren aanwezig. In verband met de pseudo-vogelpest kreeg ook DPKV een tentoonstellingsverbod voor alle gevederde dieren opgelegd. En dat in het jaar waarin de vereniging haar dieren in nieuwe, gekochte tentoonstellingskooien had willen showen. Als alternatief waren de bijenhoudersvereniging St. Ambrosius Peelland en de handboogvereniging Vredelust met een stand aanwezig in de Vierspan. Ook werd er een siertuin aangelegd door tuincentrum De Linden en ter compensatie werd er een film gedraaid over het fokken van kippen. De toegang was dat jaar gratis. De aanschaf van eigen kooien werd mede mogelijk gemaakt door een renteloze lening van de NHDB. De leden hielpen mee met het maken en schilderen van de bakken waarin de nieuwe kooien werden geplaatst. Ook de onderstaande schragen werden zelf gemaakt. Het monteren van de kooien werd door de leden zelf ter hand genomen om de kosten zo laag mogelijk te houden. De Vierspan stelde een ruimte beschikbaar in de kelder van het gebouw om de kooien veilig op te bergen. |
Alhoewel het ledental in 1993 landelijk terugliep (oude leden overleden en de jeugdige aanwas was gering), hield DPKV het ledental goed op peil. Hetzelfde kon gezegd worden van de jaarlijkse clubshow: met 411 dieren in splinternieuwe kooien, was het een juweeltje. Voorzitter M. Linskens presteerde het om “Uitmuntend” te scoren met een Krooneend. Maar ook Th. Derks behaalde wederom een “U”, ditmaal met een Goudoog-gans. De prijsuitreiking op zaterdagavond bracht nagenoeg alle leden op de been. De sfeer was prima en de loterij winstgevend. In 1993 hielden DPKV-leden tijdens vergaderingen lezingen over de door hen gefokte dieren. Ook ons lid en dierenarts H. Arts verzorgde een lezing en wel over entingen bij konijnen en hoenders. Een andere activiteit dat jaar was het invullen en bespreken van vragenlijsten. Dit leidde vaak tot stevige discussies. In 1994 verging het DPKV minder dan in 1993. Minder activiteiten, een afgelaste tafelkeuring in verband met te weinig animo en 70 dieren minder op de clubshow, maken van dat jaar een jaar om snel te vergeten. Voor het eerst hadden leden bij te winnen rassenprijzen de keuze uit eremetaal of geld. Wel was er aan het eind van het jaar een interessante en gezellige informatieavond in de kuikenbroederij van W. Crommentuyn, lid van DPKV. Het broeden en opfokken van hoenders stond centraal deze avond. Al in 1995 dacht men, in het stabiele bestuur, na over het jubileumjaar 1998. Toen werd al gesuggereerd een grote open jubileumtentoonstelling te organiseren. Diverse keurmeesters werden gecontracteerd. Het vertrouwen bij de leden in een groots gebeuren was volop aanwezig. Er werden veel activiteiten georganiseerd in ’95, ’96 en ‘97. Fokkers bezochten fokkers, promotie via Omroep Deurne en Omroep Brabant, aanwezigheid op braderieën en prima jongedierendagen. Ook werden hanenkraaiwedstrijden georganiseerd en werd gezamenlijk een bezoek gebracht aan de jubileumtentoonstelling van Avicultura in Den Haag. Op de clubshow verschenen in 1995 zestig sierduiven, met een gemiddeld zeer goede kwaliteit. 15x het predikaat “Fraai” gaf de kwaliteit weer. Bij de watervogels 3x het predikaat “U”. 1995 was ook het jaar dat Frans Martens werd gehuldigd in verband met zijn 25-jarig lidmaatschap van DPKV en NKB. De clubshow in 1996 slaagde met glans. Alhoewel het aantal dieren op 388 bleef steken moet vermeld worden dat dit gemiddeld 7 dieren per lid betekende (het record van 442 dieren in 1990 werd met 67 leden behaald: een gemiddelde inzending van 6 dieren per lid!). Twee maal “U “ dit jaar: een Thuringer Zwaluw van J. v.d. Putten en een Tadorna Bergeend van Th. Derks, die de bijnaam “meester in watervogels” niet misstaat. In het veertigste jaar van DPKV (1997) werd het bestuur gevormd door: Aan het eind van 1997 overleed plotseling tatoeëerder C. Steegs. DPKV telde dit jaar 57 leden. Het ledenbestand vertoonde weer een stijgende lijn. Een van die leden is jubilaris Frans Claes; hij is 25 jaar lid van DPKV. Uit een gehouden enquete onder de leden bleek dat men iets minder vaak wil vergaderen en ook bereid is op door de weekse avonden de vergadering te bezoeken. Besloten werd de Jongedierendag in 1998 op een door de weekse avond te houden. Samen met enkele zustervereniging werd in 1997 een dia-avond gehouden die zeer succesvol verliep. De clubshow was in 1997 grandioos te noemen: In 1997 waren er erg veel prachtige sier- en watervogels ingezonden. Het grote aantal bezoekers kon de vele kleuren van deze vogels zeer waarderen. |